Woningscan bouwperiode voor 1945

Top 10 gebreken woningen tot 1945

In deze Woningscan vind je een top 10 van gebreken die veel voorkomen bij een huis gebouwd in de periode voor 1945. Handig om bij de hand te houden bij een bezichtiging.

1. Ongedierte

In de houten delen van de dakconstructie kan ongedierte voorkomen, zoals de boktor. Deze kever legt eitjes in het hout. De larven die uitkomen boren gangen en kunnen flinke schade aanrichten. Ronde en ovale gaten, houtboorsel of een wasbordeffect aan de buitenzijde van het hout, wijzen op de aanwezigheid van deze larven.

Lees meer over de boktor

2. Beschadigde dakpannen

Liggen er keramische pannen op het dak? Omdat deze dakpannen poreus zijn en vocht opnemen, kunnen ze niet goed tegen vorst. De dakpannen schilferen in dunne lagen af en zullen uiteindelijk scheuren of breken. Het gevolg is lekkage.

Lees meer over het onderhoud van een schuin dak

3. Slecht metselwerk

De muren van woningen van voor 1923 zijn ‘massief’ gemetseld. Dit metselwerk is niet waterdicht; omdat er geen spouw is, dringt regenwater door de muren naar binnen. Zitten er scheuren in het metselwerk? Oorzaken zijn bijvoorbeeld temperatuurwisselingen of problemen met de fundering.

Lees meer over metselwerk

4. Houtrot in de kozijnen

De kwaliteit van de kozijnen laat in deze bouwperiode vaak te wensen over. Het is oud, houtverbindingen staan open waardoor er water naar binnen loopt en vooral bij oude arbeiderswoningen werd hout van een mindere kwaliteit gebruikt. Wanneer het hout van de kozijnen te vochtig wordt, ontstaat in het hout een schimmel. Schimmels veroorzaken houtrot.

Lees meer over houtrot

5. Houtrot in de beganegrondvloer

De kruipruimte is vaak vochtig en slecht geventileerd. Door optrekkend vocht uit de kruipruimte, kunnen de houten delen van de beganegrondvloer gaan rotten. Dit kun je controleren door met een priem of schroevendraaier in de balken van de kruipruimte te prikken. Is de balk zacht dan moeten aangetaste balken en vloerdelen worden vervangen.

Lees meer over de kruipruimte

6. Vochtproblemen

Condens op de ramen, een muffe geur, schimmelplekken: allemaal signalen dat een woning vochtig is en slecht geventileerd. Ook optrekkend vocht komt voor; grond- en regenwater worden ‘opgetrokken’ in de fundering en het metselwerk, vooral te zien bij de plinten. De gevolgen: aantasting van het metselwerk en de houten vloeren, gezondheidsproblemen en een hogere energierekening.

Lees meer over vocht in huis

7. Slechte fundering

Is de woning gebouwd op houten palen? Dan kan er sprake zijn van houtrot. Ook kan het soort bodem waarop het huis staat zorgen voor verzakkingen. Funderingsproblemen zijn te herkennen aan veel klemmende ramen en scheurvorming in de binnenwanden en de buitengevel.

Lees meer over funderingsproblemen

8. Oude elektrische bedrading

Tot de jaren 50 à 60 is er voor de elektrische bedrading rubberisolatie gebruikt (ook wel canvasbedrading genoemd). Schroef een schakelaar of stopcontact open en bekijk de structuur van de draad. Canvasbedrading heeft aan de buitenkant een hele andere structuur dan de huidige bedrading en is daarom goed te herkennen. De rubberen isolatie vergaat na verloop van tijd, met kortsluiting en brand als mogelijke gevolgen. Ook voldoet de meterkast vaak niet aan de minimale eisen.

Lees meer over elektrische installaties

9. Te weinig ventilatie

Wat oudere, slecht geïsoleerde woningen zijn door de vele kieren goed geventileerd. Maar dit is vaak niet het geval bij huizen die achteraf geïsoleerd zijn. Omdat de natuurlijke ventilatie afneemt, stijgt het vochtgehalte in de woning en kunnen muren of vloeren gaan schimmelen. Ventilatieroosters lossen dit probleem op.

Lees meer over ventileren

10. Onzorgvuldige verbouwingen

Soms zijn verbouwingen niet deskundig uitgevoerd. Denk aan verkeerde wijzigingen in de constructieve delen van de kap of het niet goed aanbrengen van een nieuwe constructie, zoals bij een bergzolder of aanbouw.

Lees meer over verbouwen