Een levensloopbestendig huis? Dat komt later wel
Alien van der Vliet over langer zelfstandig wonen.
Wie zo lang mogelijk veilig zelfstandig thuis wil wonen, moet op tijd nadenken over verbouwen of verhuizen. Veel 55-plussers stellen dit uit, want nadenken over je oude dag is niet fijn. “Toch zijn er manieren om hen wel op tijd aan het denken te zetten”, zegt Alien van der Vliet, gedragsonderzoeker bij Universiteit Leiden.
Waarom stellen we dingen toch zo graag uit?
"Mensen houden niet zo van veranderingen. Met andere woorden: er is een voorkeur voor de huidige situatie en we laten vaak het liefst alles bij het oude. Dit komt voort uit de evolutie. Ons instinct zegt ons dat we nú veilig moeten zijn, nú genoeg voedsel moeten hebben en nú warm moeten zijn. Wat we nu hebben weegt zwaarder dan wat later komt. Wanneer je iemand vraagt: ‘wil je nu 100 euro, of zal ik je volgend jaar 125 euro geven?’ Dan gaan de meesten voor de 100 euro nu, en laten ze de 25 procent rente liggen. Zo gaat dat ook in woonsituaties. Ons genot nú weegt zwaarder dan ons comfort en onze gezondheid in de toekomst".
We denken dus liever niet na over later?
"Nee, het gaat nu goed en het is niet leuk om over later na te denken, als het misschien wat minder goed gaat. En kijk je specifiek naar senioren dan zie je dat 55-plussers nog volop in het leven staan. Ze werken, sporten, gaan uit en hebben weinig tijd om na te denken over de toekomst. Ook kan een gebrek aan kennis ons ervan weerhouden met later bezig te zijn of we kunnen obstakels op de weg zien. En natuurlijk is het een kwestie van wíllen. Zelfs als er genoeg aanbod zou zijn op de woningmarkt, blijven ouderen graag in hun eigen woning. Die heeft alles wat hun hartje begeert en staat in de buurt waar ze al jaren wonen".
Psychologische overwaarde is een drempel om te verhuizen.
Is de buurt zo belangrijk?
"De buurt waar je woont geeft veiligheid en vastigheid. Voor ouderen is dit belangrijk, zij hoeven niet zo nodig meer nieuwe contacten te maken. Ze houden van de buurt en de buurt houdt van hen. Meer dan de helft van de 55-plussers geeft aan dat zij graag in dezelfde buurt wil blijven wonen. Ook de woning zelf speelt daarbij een psychologische rol. Als iets je eigendom is, wordt het voor jou meer waard, omdat het van jezelf is. Dat werkt zo met pennen en koffiemokken, maar ook met een woning. Je investeert bovendien in je huis door het op te knappen en naar eigen smaak in te richten. Het is de plek waar je herinneringen maakt. Dit noemen we ook wel de psychologische overwaarde. Dit fenomeen zorgt voor een drempel om te verhuizen naar een andere woning."
Hoe kun je die drempel weghalen?
"Het zou het mooiste zijn als mensen in hun eigen buurt verhuizen, maar dan moet daar wel voldoende woningaanbod zijn. Aangezien Nederland flink vergrijst, zouden gemeenten en bouwbedrijven van tevoren met potentiële bewoners in gesprek moeten gaan. Wil een oudere wel twee slaapkamers of wil hij liever een groot balkon? Wanneer je senioren bij bouwplannen betrekt, zijn ze vaak eerder bereid mee te gaan in het beleid. Is er geen goed alternatief, dan kun je ook niet verwachten dat ouderen hun vaste plek op gaan geven. Dit kan dan wel in het algemeen belang zijn, maar het is niet in hun eigen belang. Dan kunnen beleidsmakers misschien beter inzetten op het aanpassen van de bestaande woning."
Het helpt als je weet wat je nú al kunt doen.
Wat is er voor nodig om senioren op tijd te laten beginnen aan het aanpassen van hun eigen woning?
"Er zijn verschillende manieren om mensen aan te zetten tot een bepaald gedrag. Ten eerste is het van belang het gewenste gedrag zo makkelijk mogelijk te maken. Het aanpassen van de woning brengt een hoop gedoe met zich mee en daar hebben de meesten helemaal geen zin in. Stuur daarom iemand van de gemeente langs met gratis hulpmiddelen en breng deze direct aan. Ten tweede moeten de aanpassingen aantrekkelijk zijn. Ze moeten het leven makkelijker maken en er mooi uitzien. Een buurtgenoot die zijn woning al op een aantrekkelijk manier aanpaste, kan een goed voorbeeld zijn. We zijn vaak wel bereid ons gedrag aan te passen als anderen dat ook doen. En kijk ten derde naar het moment waarop je bewustwording wilt creëren. Bij veranderingen, zoals het uit huis gaan van de kinderen of bij een grote verbouwing, staan mensen open voor aanpassingen. De aannemer kan aangeven dat het handig is om nu al de lichtknopjes lager te plaatsen en de woning drempelvrij te maken, in plaats van nog eens tien jaar wachten. Dan moet de vakman opnieuw langskomen en dat zorgt voor meer kosten en meer gedoe. Maatwerk werkt ook. Bijvoorbeeld in de vorm van een wooncoach die op een positieve manier belemmeringen wegneemt. Ouderen weten vaak niet hoe ze hun woning moeten aanpassen en zijn bang dat die aanpassingen de waarde van hun huis zal verlagen. Ook vrezen ze dat het levensloopbestendig maken van de woning ervoor zorgt dat ze zich niet meer thuis voelen in hun eigen huis. Een wooncoach kan deze angstige gevoelens wegnemen. Natuurlijk kost dit tijd en energie, maar de maatschappij verdient dit geheid terug."
Is angst een belangrijke factor bij uitstelgedrag?
"Zeker, de angst voor het onbekende speelt een rol, maar ook het niet willen nadenken over negatieve dingen die kunnen gebeuren. Helaas belandt er elke vijf minuten een oudere op de eerste hulp, na een valongeval. Daarom is het belangrijk om met mensen te praten en ze handelingsperspectief te geven. De woorden: ‘stel je voor …’ kunnen daarbij goed helpen. ‘Stel je voor dat je de trap niet meer op kan. Stel je voor dat je niet meer staand kan douchen?’ Geef daarbij concreet advies over hoe ze deze situaties kunnen aanpakken. Ja, het is soms eng om na te denken over dat je over een paar jaar minder mobiel kunt zijn, maar het helpt als je nú al weet wat je kunt doen. Als je nú ingrijpt, kunnen ongelukken en ongemak worden voorkomen."
Ons genot nú weegt zwaarder dan ons comfort en onze gezondheid in de toekomst.
Auteur: Ingeborg Wiesenekker
Alien van der Vliet
Gedragsonderzoeker
Alien van der Vliet is gedragsonderzoeker bij het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag van de Universiteit Leiden. Ze rondde de studies Sociale Psychologie, Economie & Bedrijfskunde af en volgende een master in Gedragseconomie.
Alien van der Vliet is gedragsonderzoeker bij het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag van de Universiteit Leiden. Ze rondde de studies Sociale Psychologie, Economie & Bedrijfskunde af en volgende een master in Gedragseconomie.