Kennisbank
Is er sprake van bodemvervuiling, en wanneer moet ik er iets aan doen?
Om aan te tonen dat er sprake is van bodemvervuiling, moet er een bodemonderzoek worden gedaan. Een bodemonderzoek kan noodzakelijk zijn bij de verkoop van een woning, voor ingebruikname of verwijdering van een opslagtank met brandstoffen, voor een bouwaanvraag of vanwege gezondheidsvraagstukken.
Een bodemonderzoek kan worden uitgevoerd op eigen initiatief, op verzoek van een potentiële koper of worden geëist door de overheid.
Naar aanleiding van de uitslag van een bodemonderzoek kan het zijn dat de aangetroffen verontreinigingen opgeruimd moeten worden. Dit wordt sanering genoemd. Een andere uitkomst kan zijn dat deze locatie als ‘schoon’ gezien mag worden.
Soorten bodemonderzoek
-
Historisch bodemonderzoek of vooronderzoek
Het belangrijkste onderdeel van het vooronderzoek is vaststellen of op het terrein bodemverontreiniging te verwachten is, de soort verontreiniging en op welke plaats en diepte de verontreiniging kan worden aangetroffen. Tijdens het historisch bodemonderzoek wordt de historie van een locatie in kaart gebracht. In de archieven wordt gezocht naar potentiële verontreinigingsbronnen of calamiteiten uit het verleden en heden. Het gaat om reeds uitgevoerd bodemonderzoek op de locatie zelf en in de nabije omgeving, de geohydrologische gegevens, de bodemopbouw en het voormalige, huidige en toekomstige gebruik van de locatie. Denk hierbij aan een oude gasfabriek of een plek waar een benzinestation heeft gestaan. -
Inventariserend of verkennend bodemonderzoek
Een inventariserend bodemonderzoek geeft een eerste inzicht in eventueel aanwezige verontreinigingen. Dit wordt gedaan door diverse grondboringen en de plaatsing van peilbuizen. Steekproefsgewijs worden grond- en grondwatermonsters genomen, die in het laboratorium geanalyseerd worden. Hoeveel monsters genomen worden en op welke stoffen wordt geanalyseerd, is afhankelijk van de resultaten van het vooronderzoek. -
Oriënterend bodemonderzoek
Een oriënterend bodemonderzoek vindt voornamelijk plaats wanneer er al vermoedens zijn van bodemverontreinigingen. Het is dan ook meestal toegespitst op verdachte (deel)locaties en verontreinigingen die zijn voortgekomen uit bijvoorbeeld het historisch bodemonderzoek. Op basis van een oriënterend onderzoek kan worden bepaald of nader onderzoek noodzakelijk is. -
Nader onderzoek
Wanneer tijdens de eerder genoemde bodemonderzoeken verontreinigingen aan het licht zijn gekomen, kan het noodzakelijk zijn om een nader bodemonderzoek uit te voeren. Met nader bodemonderzoek worden de verontreinigingen beter in kaart gebracht door nog gerichter geplaatste metingen.
Gradatie van de verontreiniging
Er zijn verschillende hoeveelheden die aangeven hoe schoon of vies de bodem is: achtergrondwaarde/streefwaarde, tussenwaarde en interventiewaarde. Bij een overschrijding van de achtergrondwaarde/streefwaarde is er al sprake van lichte bodemverontreiniging. Bij overschrijding van de interventiewaarde is er sprake van sterke verontreiniging.
-
Achtergrondwaarde (voor grond) en streefwaarde (voor grondwater)
De achtergrond- en streefwaarde is een concentratie van een stof, waarbij sprake is van een goede milieukwaliteit en een verwaarloosbaar risico. De grond en het grondwater is schoon. -
Tussenwaarde
De tussenwaarde is het gemiddelde van de achtergrondwaarde/streefwaarde en de interventiewaarde. Bij een overschrijding van deze waarde is het niet uitgesloten dat er sprake is van ernstige bodemverontreiniging. De Wet bodembescherming geeft aan dat een nader bodemonderzoek noodzakelijk is om dit te bepalen. -
Interventiewaarde
De interventiewaarde is een verontreinigingsniveau waarbij de functionele eigenschappen van de bodem voor mens, plant of dier ernstig zijn verminderd of dreigen te verminderen.
Soort verontreiniging
Immobiele verontreiniging is een verontreiniging in de bodem, die zich niet verspreidt. De verontreiniging blijft dus op zijn plek en gaat niet naar het grondwater of de bodemlucht. Voorbeelden zijn zware metalen en PAK.
Een verontreiniging is mobiel als die zich wel verspreidt. De verontreiniging blijft niet op zijn plek en verplaatst zich door de grond, verspreidt naar het grondwater of naar de bodemlucht. Bijvoorbeeld is benzineproducten.
Gevaar?
Een bodemverontreiniging kan gevaarlijk zijn wanneer mensen ermee in aanraking komen. Als de verontreiniging diep in de bodem zit, zijn de contactmogelijkheden minimaal. Meestal is het risico voor de mens het grootst op het moment dat een bodemsanering wordt uitgevoerd. Dan wordt de verontreiniging immers naar boven gehaald.
Of je in aanraking kunt komen met de verontreinigde bodem, hangt af van het bodemgebruik. Als sprake is van een oppervlakkige grondverontreiniging, kun je tijdens het tuinieren er mee in aanraking komen.
Aandachtspunten
- De kosten voor een bodemonderzoek kunnen erg hoog zijn. Vraag daarom bij meerdere bedrijven offertes op. De prijzen kunnen erg uiteen lopen. Laat een bodemonderzoek uitvoeren door een erkend bodemintermediair. De overheid keurt namelijk alleen die onderzoeken goed.
- De bodem is de bovenste laag van de aardkorst en bestaat uit grond en grondwater. Milieuproblemen zitten vaak in de bovenste meters van de bodem. Grondwater zit dieper in de bodem. Hoe diep, hangt af van het seizoen en de hoogte van de bodem.
-
Door een saneneringsplan en evaluatieverslag op te vragen bij de gemeente kun je zekerheid krijgen of de grond goed gesaneerd is. In het verleden zijn (bouw)percelen aangemerkt als verdacht van bodemverontreiniging en zo krijg je als (aspirant) koper meer zekerheid.
Hoe nu verder
- Het bodemloket: inzicht in verontreinigde locaties (Rijksoverheid)
- Bodemvervuiling (Milieu Centraal)
- Bodem en ondergrond (Rijksoverheid)