Kennisbank
Moet in mijn woning een aardlekschakelaar zitten?
Sinds 1975 is een met een waarde van 30 milliampère (mA) volgens de normen verplicht. Dit geldt voor de groepen met stopcontacten zonder randaarde, voor zowel nieuwe als gewijzigde .
Sinds 1984 moeten ook de groepen met randaarde achter een aardlekschakelaar worden geplaatst. In eerste instantie ging het hier om een aardlekschakelaar van 500 mA.
In woningen waarvan de bouwvergunning is afgegeven na 1996 of woningen waarvan de elektrische installatie of ingrijpend wordt aangepast, mogen alleen aardlekschakelaars worden gebruikt met een aanspreekstroom van maximaal 30 mA. Ook moeten minimaal twee aardlekschakelaars worden toegepast, zodat bij kleinere huisinstallaties niet de hele lichtinstallatie uitvalt als een aardlekschakelaar de betreffende groepen uitschakelt.
Aandachtspunten
- Je hoeft een installatie in een bestaande woning niet uit te breiden met aardlekschakelaars, zolang er geen aanpassingen aan de elektrische installatie wordt gedaan. Voor de veiligheid raden wij je toch aan aardlekschakelaars te laten installeren om de huisinstallatie veiliger te maken.
- Een aardlekschakelaar wordt meestal in de groepenkast opgenomen. Er mogen maximaal vier worden beveiligd door één aardlekschakelaar. Een eindgroep is meestal nog apart beveiligd met een .
- Een aardlekschakelaar kan ook vervangen worden door een aardlekautomaat. Dit is een combinatie van een aardlekschakelaar en een installatieautomaat. Een aardlekautomaat wordt ook wel een alamat genoemd.
- Soms is een groep uitsluitend bestemd voor één toestel, bijvoorbeeld een wasmachine. Als dit toestel een vaste aansluiting heeft, bijvoorbeeld via een trekschakelaar, dan is beveiliging door middel van een aardlekschakelaar niet vereist. Een toestel dat gewoon met een stekker in het stopcontact zit, moet wel op een groep mét aardlekschakelaar zijn aangesloten. Er is namelijk geen garantie dat het stopcontact niet voor andere toepassingen wordt gebruikt.