Hoge Raad haalt forfaitaire heffing box 3 opnieuw onderuit

De Wet rechtsherstel box 3 is nog steeds in strijd met het discriminatieverbod en ongestoord recht op eigendom. Dat bepaalde de Hoge Raad op donderdag 6 juni in maar liefst 5 uitspraken. De Belastingdienst zal contact opnemen met belastingplichtigen die door deze uitspraak worden geraakt.

De uitspraak van de Hoge raad betekent dat beleggers die een lager rendement op hun vermogen behalen dan de Belastingdienst aanneemt bij de vermogensrendementsheffing in box 3, recht hebben op belastingverlaging. De herstelwet was ingevoerd omdat eerder hetzelfde speelde rondom spaargeld. 

De Hoge Raad bepaalde nu dat ook bij beleggingen het wettelijk vastgestelde (forfaitaire) rendement vaak te hoog is, namelijk hoger dan het werkelijk behaalde rendement. Forfaitaire belastingheffing gebeurt op basis van een schatting of veronderstelling door de Belastingdienst, niet het daadwerkelijke bedrag. Beleggers betaalden daardoor onterecht te veel belasting.

Onder beleggingen vielen tot 2023 bijvoorbeeld ook VvE-reserves en gelden op derdenrekeningen bij notarissen. Hiervoor geldt inmiddels dat ze onder het lagere rendement op spaargeld vallen.

Discriminerend

Het forfaitaire rendement maakt nu geen onderscheid tussen mensen die succesvol en minder succesvol beleggen. Mensen die minder succes hebben met beleggen worden daardoor benadeeld. De Hoge Raad heeft nu aangegeven dat vermogen alleen forfaitair mag worden belast wanneer dit lager is dan het werkelijk behaalde rendement op vermogen.

Belastingdienst neemt contact op

De Belastingdienst neemt contact op met iedereen die door deze uitspraak wordt geraakt. Zij hoeven dus zelf geen actie te ondernemen. De Belastingdienst wacht nog wel een beslissing hierover af van het Ministerie van Financiën. Dit zal ongeveer 8 weken duren. Daarna zal de Belastingdienst via een brief contact met gedupeerden opnemen. 

Lees meer op de website van de Belastingdienst